Voor ze verdwijnen

achtergrondinfo
Voor ze verdwijnen

een coproductie van Het Houten Huis en Theater Stap

 

Je bekijkt foto’s van natuurfotograaf Anne Harbers.

Hoe het allemaal begon…

Regisseur Elien van den Hoek van Het Houten Huis, bedacht ruim 13 jaar geleden het eerste script voor deze voorstelling.

Elien: “Ik weet nooit precies hoe iets ontstaat, maar het heeft er dit keer zeker mee te maken dat ik dat jaar voor het eerst serieus met mijn vriend sprak over de wens om kinderen te krijgen.” 

Omdat er in hun vriendenkring twee kinderen met het downsyndroom waren geboren, rees de vraag of zij zelf wel of niet een NIPT test zouden willen doen. (Deze bloedtest spoort onder andere het downsyndroom op.) Ze bleken er niet hetzelfde over te denken. En wat als de test positief zou zijn? Het zorgde voor verwarring die Elien niet losliet.

“Een paar maanden later droomde ik dat ik een theatervoorstelling zag. Op het toneel stond een groep acteurs met het downsyndroom die een vreemd volkje speelde: ze hadden allemaal enorm grote, puntige, kale hoofden. De groep stond rond een groot wit ei dat open brak. Uit het ei verscheen een meisje met zwarte vleugels. Dit meisje zag er anders uit, ze had geen downsyndroom. Tussen het meisje en het vreemde volkje ontstond onrust…

“Toen ik wakker werd, dacht ik: dit wil ik maken!
Opeens moest ik denken aan een idee van actrice Anne Harbers die graag met mij een voorstelling over ‘kwaadaardige kabouters’ wilde maken. Ik dacht: ah, die kaalhoofdige figuren zijn misschien wel kabouters…
Toen ontstonden er allerlei beelden in m’n hoofd over kabouters in het bos die met uitsterven werden bedreigd: ik zag wetenschappers voor me die bij een kabouter-reservaat onderzoek deden, een ‘vreemd’ meisje dat uit een ei werd geboren en de groep die tegenover dat meisje kwam te staan, de wetenschappers die hun gedrag met moeite konden verklaren…
Ik schreef al die beelden op, probeerde er een verhaal van te maken en voelde me een beetje dronken.”

Dat eerste scriptje werd de basis voor ‘Voor ze verdwijnen’. Het liep wat anders dan aanvankelijk gepland, maar nu is het eindelijk dan toch zo ver: de voorstelling is gemaakt! 

Natuurlijk is er in de loop der jaren nog wel het een en ander veranderd aan het script – en zelfs nog de afgelopen weken tijdens het maakproces. Eigenlijk is het nooit af.”

Het was een zoektocht wat ze met de voorstelling wilde vertellen. Zoals altijd geeft Elien geen pasklare antwoorden in haar voorstellingen.

Door te kiezen voor een bepaalde ontwikkeling in het verhaal, spreek ik me in zekere zin ergens over uit. Maar met deze voorstelling heb ik vooral geprobeerd om de absurditeit en m’n eigen verwarring rond het thema te vangen.”

Interpretatie van Elien

Ik hoop dat de toeschouwers de kabouterwereld ‘op zichzelf’ zien: als een wrang sprookje met zijn eigen logica, die je niet rationeel maar vooral gevoelsmatig kunt volgen. Een wereld waarin je kunt verdwijnen, waarin de beelden en personages verwonderen en raken, én die misschien verwarren.

Je kunt de kaboutergemeenschap ook als metafoor zien voor onze samenleving. Het is een absurde, uitvergrote vertolking van wat er soms gebeurt. Toch heb ik vooral geprobeerd om de vragen en conflicterende gevoelens die ik zelf rond het thema ervaar, te verbeelden. Verwarring over wat ‘normaal’ of ‘natuurlijk’ is, vragen over in hoeverre ik echt open sta voor iemand die ‘anders’ is, en in hoeverre de samenleving zich zou moeten voegen naar mensen die meer aanpassing en zorg nodig hebben dan gemiddeld… Inmiddels heb ik geen sterke mening meer over het wel of niet doen van een NIPT test. Zeker niet als het de keuze is van iemand anders.”

Over het maakproces

Het Houten Huis produceerde de voorstelling samen met Theater Stap (uit België). Onder artistieke leiding van Marc Bryssinck maken zij al bijna 25 jaar uiteenlopende voorstellingen en films met een vast gezelschap van acteurs met een beperking. 

“Theater Stap is een enorm inspirerende club. De acteurs worden serieus genomen in hun ambitie om acteur te zijn. Er is natuurlijk extra begeleiding, maar ze worden vooral professioneel benaderd, geen rol of thema wordt geschuwd. Marc weet precies waar de kracht van de acteurs ligt. Hij hielp bij het maken van ‘Voor ze verdwijnen’ bij de dramaturgie. 

De eerste versies van een script leg ik altijd voor aan verschillende collega’s voor inhoudelijke feedback. Dit keer deelde ik het ook met journalist Jeanet Verveer, zij is de moeder van Johannes de Jong (de acteur met downsyndroom die ook te zien was in ‘Als het anders loopt’ van Het Houten Huis). Ook zij stelde waardevolle kritische vragen die ik meenam in het schrijfproces.

Werken met deze acteurs vraagt om een andere manier van werken dan ik gewend ben. Het duurt bijvoorbeeld langer om afspraken er in te krijgen, om dynamiek of nuances in het spel te krijgen, of om hen met hun aandacht in de gecreëerde wereld te laten blijven. Maar poeh, ik kan ook nog zo veel van hen leren! Hun spelplezier en eigenheid zijn zo krachtig, als je die aanboort ontstaat er magie.”

Op de radio, tv en in de krant

Een samenvatting

Op een mooie plek in het bos kijken we samen met twee (musicerende) wetenschappers naar een reservaat waarin kabouters leven. De wetenschappers hebben wonderlijke apparatuur waarmee ze kabouters kunnen uitvergroten. Ze hebben ook een zogenaamd ‘spectrometrisch veld’ rond het reservaat geplaatst: een onzichtbaar hek waar doorheen het publiek de kabouters onopgemerkt kan observeren. 

We zien langzaam steeds meer kabouters verschijnen: eerst piepklein en dan ‘uitvergroot’. (Ze worden gespeeld door acteurs met het downsyndroom.) De wetenschappers vertellen ondertussen allerlei wetenswaardigheden over deze bijzondere, bijna uitgestorven Homo Parvalis Punctuum.

Het geluk wil dat er net die dag een kaboutermeisje wordt geboren uit een ei. Kabouters planten zich immers voort middels eieren. Maar deze jongeling blijkt geen doorsnee kabouter te zijn. Ze ziet er anders uit en gedraagt zich ook anders. Zo wil ze geen puntmuts dragen, terwijl dit toch de trots is van de kabouter. De gemeenschap reageert geschokt “eenmaal op, mag de muts nooit meer af”. Ze blijkt ook niet zo sterk als de andere kabouters, waardoor ze niet kan helpen bij het harde werk in het bos. Ze heeft moeite om zich aan te passen aan de gebruiken en regels van de gemeenschap. En ze ziet als enige het spectrometrisch veld dat het reservaat begrenst.

De kabouters vinden haar vreemd, maar willen haar toch opnemen in hun gemeenschap. Ze worden immers met uitsterven bedreigd en zij kan als vruchtbare jongeling zelf weer een ei leggen en dus zorgen voor nakomelingen. Maar haar ‘anders zijn’ begint op den duur toch te wringen. Zeker als zij haar ei afstoot en wegvlucht.

De kaboutergemeenschap ontpopt zich als een minder zachtaardig volkje dan de wetenschappers uit de literatuur hebben geleerd. De kabouters kunnen zich weinig verplaatsen in haar. Een dokter wordt opgeroepen. Deze komt van ver aangereden op een mol en probeert haar ‘te genezen’ met een medicijn. De groep is verheugd als dit lijkt te werken.

Maar het medicijn verliest al snel zijn kracht. Het meisje wordt zo ongelukkig dat ze er uiteindelijk voor kiest om de gemeenschap te verlaten. Ze stapt dan door het spectrometrisch veld, naar de wereld van het publiek. Samen met het publiek en de wetenschappers kijkt ze naar de groep kabouters in het reservaat. Het meisje blijkt in de kabouterwereld te zijn gestorven.

Bij haar begrafenis vertonen de kabouters spijt. Uit respect voor het meisje nemen ze hun puntmuts -tegen hun gewoonte in- voor haar af. Het ei dat het meisje achterliet, wordt gekoesterd.

De makers

regie & script Elien van den Hoek begin idee Elien van den Hoek, Anne Harbers muziek, compositie & spel Radek Fedyk spel Ann Dockx, Liesbeth de Hertogh, Johannes de Jong, Peter Janssens, Jason van Laere, Jelle Palmaerts, Erik Pruim, Tjebbe Roelofs, Rik van Raak, Clara Ottignon, Leen Teunkens, Anke Verwaest, Gitte Wens regieassistentie Anne van Dorp ondersteund door Meghan Dobbelsteijn Bisschops, Jildou van den Berg (stagiaire) voorstellingsleider Zoscha van Erkel technisch producent Hanne Bouman hoofd techniek Gerrit Schilp geluid Tomas van Schelven backstage Wytze Veenstra, Tjebbe Witteveen, Loeki Wiefferink, Jo-An Lauwaert/Bart Van Gyseghem vormgeving Douwe Hibma, Marlies Schot, André Kok rekwisieten & kostuums Freja Roelofs lichtontwerp Desirée van Gelderen timmerman Roy Vermeer dramaturgie Marc Bruyssink, David van Griethuysen, Marleen Jongens advies Maarten Smit, Ronja Smit, Het Houten Huis team nagesprek Jeanet Verveer scènefoto’s en portretten Anne Harbers met dank aan Kim Arntzen