Deze opdracht is een theatermaakopdracht. Je kunt ‘m naar je eigen hand zetten en inkleden afhankelijk van hoe zelfstandig jouw leerlingen kunnen werken.
De filmpjes geven inspiratie en laten zien hoe absurditeit ontstaat. Wanneer je ze samen bekijkt kun je bespreken dat de video’s grappig zijn omdat er iets absurds wordt gedaan in een alledaagse situatie, waarbij ze het absurde heel serieus doen. De spelers moeten niet lachen om zichzelf, maar doen alsof het heel normaal is. Dat maakt het grappig en vreemd.
De filmpjes laten ook zien dat de positie waaruit er gefilmd wordt belangrijk is. Er wordt gespeeld met compositie: er spelen dingen op de voor en achtergrond.